Vloerverwarming

Vloerverwarming staat voor comfort. Zij die over zo’n installatie beschikken, zouden deze niet meer willen ruilen voor een gewone radiator. Het water dat gebruikt wordt, beschikt over een maximumtemperatuur van 40%, daarom is dit een zeer zuinige vorm van verwarming. Net zoals bij een gewone installatie, kan bij vloerverwarming de temperatuur zelf geregeld worden.

Vloerverwarming is interessant voor mensen die last hebben van allergieën omdat er minder stof aanwezig is. Daarnaast hebt u ook geen last van die bombastische radiatoren. Om nog meer energie te besparen kan u vloerverwarming koppelen aan zonnepanelen of een warmtepomp.

Er zijn 2 soorten systemen vloerverwarming:

  • Nat systeem: Dit systeem wordt het meest gebruikt. Het plaatsten van vloerverwarming is makkelijk en goedkoop. De buizen worden op de staaldraadroosters direct in de chape gelegd.
  • Droog systeem: Dit systeem wordt het meest gebruikt bij houten ondervloeren. Er wordt een aluminium laag gelegd op isolatieplaten. In die isolatieplaten zijn de vloerverwarmingsbuizen verzonken. Nadien kan de vloer verder worden afgewerkt met bv. Fermacellplaten en daarop kan je alle mogelijke vloerbekledingen leggen.

Voordelen:

  • Warmte verlies is miniem omdat het aan het plafond minder warm is
  • Zeer comfortabel
  • Geschikt voor alle vloerbekledingen zoals parket, tegels, vast tapijt
  • De temperatuur kan in elke kamer apart geregeld worden.

Er zijn twee types vloerverwarming. Ten eerste heb je vloerverwarming als hoofdverwarming waarbij alle ruimtes in het huis beschikken over in de vloer opgenomen verwarmingsbuizen. Vervolgens heb je vloerverwarming als bijverwarming in combinatie met convectoren of radiotoren. Een voordeel van deze soort verwarming is dat de totale oppervlakte van de ruimte wordt verwarmd, wat bij radiatoren of convectoren meestal niet lukt. Een nadeel is dan dat het na het in werking stellen van de vloerverwarming wel even duurt voor de hele ruimte opgewarmd is.

Vloerverwarming wordt ook al esthetische redenen gebruikt. Vooral bij hoofdverwarming is dit populair omdat je dan geen storende radiatoren of leidingen ziet.

Het prijskaartje van dit soort verwarming is over het algemeen duurder dan een installatie waarbij radiatoren of convectoren worden toegepast. Vloerverwarming kan aangelegd worden onder betonvloeren of systeemvloeren waarop een afwerkingslaag komt van 5cm dik. De totale dikte van de afgewerkte vloer mag niet meer dan 5cm bedragen indien tegels of plavuizen worden gebruikt. De leidingen moeten altijd opgenomen zijn in een mortelbed van zand en cement.

Je kan vloerverwarming ook aanleggen bij een bestaande vloer, het gaat dus niet alleen bij een nieuwe vloer. Hiervoor moet de afwerkingslaag worden verwijderd waardoor de leidingen kunnen worden geïnstalleerd en de vloer weer kan worden voorzien van een afwerkingslaag. Indien de afwerklaag van de vloer met tegels of plavuizen wordt afgewerkt moet de mortelsamenstelling vier delen zand op één deel cement zijn.

Voordat met gaat beginnen met de installering van vloerverwarming moet er een tekening worden gemaakt waarop staat hoe de leidingen juist gaan lopen. Indien de vloerverwarming als bijverwarming gebruikt, dus in combinatie met radiatoren en convertoren, worden de leidingen op 30 cm van elkaar gelegd. Bij het maken van een bocht is de afstand tussen de muur en de leidingen best 15 cm. Om een goede warmteverspreiding te krijgen, worden de leidingen best in lange stukken evenwijdig naast elkaar gelegd.

Wanneer je vloerverwarming als hoofdverwarming gaat gebruiken, worden om een te groot verschil te voorkomen aanvoer- en retourleidingen op 30 cm afstand naast elkaar gelegd.